KFZ special | Lees online |
|
|
Onderzoeksafdeling |
Juni 2016 - editie 2 |
|
|
|
|
|
Dit is de nieuwsbrief van de afdeling onderzoek van De Forensische Zorgspecialisten. Met deze digitale uitgave hopen wij belangstellenden te informeren over onze activiteiten. In deze editie speciale aandacht voor projecten die verbonden zijn aan calls van het programma Kwaliteit Forensische Zorg (KFZ). |
|
|
|
|
|
Verkrachters in de tbs en vrouwvijandigheid |
Het is niet moeilijk voor te stellen dat verkrachters haat en agressie jegens vrouwen tonen. Internationale literatuur heeft vrouwvijandigheid ook herhaaldelijk gerelateerd aan seksueel geweld. Toch blijken verkrachters in de klinische praktijk soms ook relatief lovend over vrouwen te spreken. Ook in de wetenschappelijke literatuur is hier indicatie voor, maar onderzoek is schaars en al helemaal bij tbs-patiënten specifiek. Met expliciete en impliciete maten onderzochten wij deze ogenschijnlijke tegenstelling tussen vrouwvijandigheid en welwillendheid tegenover vrouwen bij verkrachters in de tbs. In tegenstelling tot de verwachtingen, bleken verkrachters minder vrouwvijandig dan gezonde, niet-delinquente mannen. Lees meer
|
|
|
|
|
Contact slachtoffers en tbs’ers
Een richtlijn voor netwerkbegeleiders in FPC’s
|
De forensische zorg gaat mee in de tendens van de politiek om niet uitsluitend vanuit het perspectief van de dader te werken, maar ook de belangen van het slachtoffer mee te wegen. Sinds 2006 zijn Forensisch Psychiatrische Centra (FPC’s) bijvoorbeeld verplicht bij verlofaanvragen slachtofferonderzoek te doen. In sommige gevallen zijn slachtoffers of nabestaanden directer betrokken bij de behandeling van tbs’ers en hebben FPC’s direct contact met hen. Bij dit contact hanteren FPC’s echter geen uniforme aanpak. Dit was een van de belangrijkste aanleidingen voor het KFZ om in april 2014 een call uit te zetten voor literatuurstudie naar en praktijkervaringen over contact tussen tbs-er of FPC en slachtoffers. Lees meer
|
|
Seksuele preoccupatie, op diverse manieren gedefinieerd en gemeten, komt uit onderzoek naar voren als een belangrijke risicofactor voor recidive van zedendelinquenten. Bij het vaststellen van deze risicofactor in het kader van behandeling, wordt grotendeels gebruik gemaakt van zelfrapportage door de cliënt en de klinische indruk van de behandelaar. Het gebruik van zelfrapportage is echter gevoelig voor sociaal wenselijk antwoorden, wat binnen een forensische context extra problematisch is. Ook klinische indrukken leveren vaak geen betrouwbare meting op. Lees meer
|
|
Ambulant forensisch ROMmen |
In 2015 schreef het KFZ een call uit ten behoeve van de ontwikkeling van een Kernset dynamische risicofactoren voor Routine Outcome Monitoring (ROM) in het ambulante forensische veld. Er wordt al uitgebreid ‘geROMd’ in het veld, maar tot nu toe met instrumenten die ontwikkeld zijn voor de reguliere ggz. Per definitie bestaat een ROM instrument voor het forensische veld uit dynamische risicofactoren, als deze namelijk verbeteren neemt het recidiverisico af. Een voorwaarde voor de ontwikkeling van een dergelijk instrument is dat onderzocht wordt welke risicofactoren recidive voorspellen bij ambulant behandelde delinquenten. Lees meer
|
|
|
|
Antisociaal gedrag in combinatie met middelengebruik |
Problematisch middelengebruik (PMG) komt relatief vaak voor bij patiënten in forensische (poli)klinieken. PMG is een robuuste risicofactor voor het (herhaald) plegen van delicten. Het reduceren van PMG is dan ook een belangrijk aandachtspunt in de forensische behandelpraktijk. Lees meer
|
|
Nieuwe website DFZS |
Sinds een aantal maanden is de nieuwe website van De Forensische Zorgspecialisten online. Hier kunt u meer informatie vinden over de medewerkers van de afdeling onderzoek en hun projecten.
|
|
|
|
|
Colofon |
|
Reacties op deze nieuwsbrief zijn welkom, stuur een e-mail naar de redactie (Julia Wilpert) op research@dfzs.nl. Mocht u geen nieuwsbrief meer willen ontvangen dan kunt u zich hier afmelden. |
|
|
|